Afgelopen week bereikte mij het bericht dat met het organiseren van een landelijke competitie bij de meisjes u16 en u18, er ook een eind was gekomen aan de rayon- en nationale kampioenschappen. Net als bij de jongens zal de kampioen van de landelijke competitie ook nationaal kampioen zijn. Ieder niet ingewijde zal meteen concluderen dat dat een terechte zaak is en een goede ontwikkeling, namelijk de kampioen wordt nu het team dat het hele jaar goed presteert en niet dat team dat een goed rayontoernooi speelt en op het NK een aantal goede wedstrijden. Degene die wel ingewijd is in het meisjesbasketbal weet echter dat we met een probleem zitten op het gebied van competitie in meisjes basketballand. Op Nederlandse kampioenschappen en op de meeste rayonkampioenschappen wordt al snel duidelijk dat de sterke verenigingen geen enkele tegenstand hebben van andere teams. Zelfs op Nationale kampioenschappen is het vaak zoeken naar wat tegenstand. Als voorbeeld zal ik het u16 meisjesteam nemen dat afgelopen seizoen Nederlands kampioen werd. Zou deze het hele jaar in die samenstelling een landelijke competitie gespeeld hebben, dan zouden er vier wedstrijden spannend geweest zijn, namelijk die tegen Grasshoppers en Hoofddorp. Vier wedstrijden zouden misschien tot halverwege spannend zijn, namelijk die tegen Almonte en Den Helder. Ik durf te zeggen dat de andere wedstrijden niet interessant zouden zijn en er zou sprake zijn van te weinig weerstand. Alleen, als er aan het eind gestreden wordt voor een nationaal kampioenschap, zou de vereniging waarschijnlijk toch de sterkste spelers in dat team opstellen. Dit staat haaks op de ontwikkeling van die speelsters en gelukkig hoefde dit vorig jaar dan ook niet. Bij Grasshoppers, Den Helder, Hoofddorp, Landslake Lions en Jolly Jumpers worden die speelsters doorgeschoven naar hogere teams, zoals de u18 en de u20. In de competitie spelen dan de eerstejaars, of de u14 speelsters. Eerste worden is niet belangrijk en gaan de rayons na de competitie bepalen wie de sterkste in dat rayon is. Speelsters van hogere teams worden bij elkaar gezet en kunnen in een mooie ambiance laten zien of ze een piekprestatie kunnen neerzetten. Lijkt mij dat een bondscoach graag wil dat speelsters op die manier hun basketballoopbaan volgen. Voor lokale scheidsrechters zijn de kampioenschappen een mooi podium om te ruiken aan het hogere nivo en tempo en de druk van veel belangstelling. Dan volgt de kers op de taart, namelijk de Nederlandse kampioenschappen. Een nog mooier podium. Het enige dat zich nog wel eens voordoet is dat enkele rayons niet op kunnen tegen de andere rayons. Op dat moment zien we weer dat het maar goed is dat we niet het hele jaar tegen die teams gespeeld hebben. Oftewel, een landelijke competitie is mooi, mits je voldoende sterke teams hebt om interessante wedstrijden te spelen. Die zijn er nu niet, zodat speelsters beter op een wat hoger nivo in een ander team kunnen gaan spelen. Komend seizoen moeten ze het dan doen zonder kampioensbeker. Die gaat namelijk naar een vereniging dat op een redelijk nivo speelt en geen teams heeft in de u18 en u20 klasse, zodat de sterkste speelsters altijd in de u16 spelen en niet doorgeschoven kunnen worden. Grasshoppers heeft de beste speelsters verdeeld over de u18 en de u20. Daarmee maakt het sterkste team in die leeftijdsklasse geen kans op de titel.
Als laatste nog de timing van het bericht. De teams moeten ingeschreven worden in mei, maar de competitieregels worden eind augustus bekend gemaakt. De grote opleidingsclubs staan voor een voldongen feit en moeten een keus maken. Kies ik voor het opleiden van mijn jeugd of kies ik voor het pakken van een prijs? Waar is het basketbal nu het beste mee gediend? Volgens mij wordt hier een vergissing gemaakt door de NBB. – Johan Kaal –