Deze aflevering van spelregelkennis gaat over de acht secondenregel. Ten onrechte wordt gedacht dat deze regel alleen geldt vanaf een bepaald nivo. Dat is dus niet waar, bij alle ploegen dient de scheidsrechter de acht seconden regel in acht te nemen.
De regel bepaalt dat een ploeg die op haar eigen (verdedigings-) helft in balbezit komt, de bal binnen acht seconden over de middellijn dient te spelen. De scheidsrechter zal dan ook vanaf het moment dat dat balbezit begint, dus als de eerste speler in het veld in balbezit (bal met beide handen vast of dribbelen) komt, de seconden moeten gaan tellen. Als bij acht seconden de bal nog niet over de middellijn is, gaat het balbezit over naar het andere team en mag deze de bal innemen op de aanvalshelft, ter hoogte van de plek waar de bal was op moment van fluiten.
Maar wat nu als de verdedigende ploeg de bal uittikt, gaat de acht seconden dan opnieuw in? Nee, in geval van een gewone uitbal of een sprongbalsituatie, gaat de acht seconden door waar die gebleven was. De scheidsrechter moet dus onthouden hoeveel seconden er nog over waren. Als er een fout wordt gemaakt door de verdedigende ploeg zal er wel opnieuw geteld worden.
Wanneer is de bal over de middellijn? Als een verdediger, of de scheidsrechter, die (gedeeltelijk) op de aanvalshelft staat, contact maakt met de bal en als een aanvaller de bal raakt die met beide voeten in zijn geheel contact maakt met de aanvalshelft. Of, als de bal gedribbeld wordt, beide benen en de bal over de middellijn zijn. In situaties waarin het tegen de acht seconden loopt en de bal nog niet over de middellijn is en deze bijvoorbeeld wordt gepasst of gedribbeld, zal het een acht seconden overtreding zijn als de bal nog in de lucht is of nog niet helemaal (beide voeten en de bal) over de middellijn gedribbeld is.
Bij de inname van de bal op de achterlijn zal de scheidsrechter moeten tellen voor vijf seconden en direct na het innemen overgaan op het tellen van de acht seconden. Wordt de bal uitgetikt, zal de scheidsrechter verder moeten gaan met tellen vanaf waar die gebleven is. Het tellen stopt als de bal over de middellijn gepasst wordt naar iemand die in zijn geheel contact heeft met de aanvalshelft, of als iemand over de middellijn dribbelt en met beide voeten en bal de aanvalshelft raakt. De schotklok is niet leidend in deze, maar het tellen van de scheidsrechter.