Deel 1:

Wisselen.

Hiermee sla ik meteen wat zaken over, als tenues, aantal speelsters, welke kant van de tafel is jouw plek, die ik later zal beschrijven. Het is namelijk nog steeds niet altijd voor iedereen duidelijk wanneer er een wisselmogelijkheid is en voor welke ploeg.

Als het spel stilligt en de klok stil staat, mag er in principe door beide teams gewisseld worden. Met één uitzondering, namelijk in de laatste twee minuten van de vierde periode (of van de extra speeltijd). Dan staat de klok stil na iedere score en mag er op dat moment een wisselgelegenheid gegeven worden aan de ploeg waartegen gescoord wordt. Als dat team wisselt, mag het andere team het ook.

De wissel gaat als volgt: de speler (dus niet de coach of de assistent coach) vraagt deze aan bij de tafel. Als er een stoel voor vervangingen is, volstaat het om daarop plaats te nemen. Als eenmaal de zoemer van de tafel gegeven wordt voor een wissel, moet deze doorgaan en mag niet meer worden ingetrokken. De wissel vindt pas plaats als de scheidsrechter alle communicatie met de tafel heeft afgerond en aangeeft dat de wissel mag plaatsvinden.

wissel

Belangrijk om te weten is ook dat als een speler geblesseerd raakt en door de coach of assistent in het veld geholpen wordt, deze gewisseld moet worden. Als een speler geblesseerd raakt en geen vrije worpen kan nemen, mag de vervanger dit doen.

Een gelegenheid tot wisselen is afgelopen als de bal weer door de scheidsrechter aan een speler is gegeven om het spel te hervatten.